top of page
  • Foto van schrijverKristel Busschaert

Een stukje 'camino' in eigen land

'k Herinner het me nog als de dag van gisteren. Hoe ik tijdens de zonnige lunchpauzes heel graag de stilte opzocht van die prachtige begraafplaats in Etterbeek, achter de hoek van ons kantoor. Op zo van die dagen van uren turen naar mijn scherm verlangde ik soms alleen maar naar de stilte van die plek. Rust. Vanaf dat ik daar de dreef inwandelde, was ik alleen. 'k Herinner me ook nog als de dag van gisteren hoe luguber mijn collega'tje dat wel vond. Ze begreep er niets van. Eerst probeerde ik het nog uit te leggen, dat gaf ik snel op. Later vond ik nog een collega die af en toe snakte naar die stilte en dan zaten we daar soms graag samen te blinken op dat bankje in de zomerzon ... en vaak smaakten onze boterhammen daar even goed als de Thaise schotel tegenover de ingang van het kerkhof.


Vanavond, op de fiets, vraag ik me af of ik hem weer op zijn bankje zal aantreffen. Mijn geliefde boom ligt er verlaten bij. De avondzon is er heerlijk zoals altijd. Het bankje waar ik hem altijd ontmoette, staat niet meer op dezelfde plek bij de haag die in een cirkel de boom omarmt. Helemaal alleen ben ik. Helemaal goed voelt dat. Blij dat ik verder kan lezen in het boek van Griet Op de Beeck dat me gisterenavond door een enthousiaste vriendin werd toegestopt. In tijden van corona, met bijhorende afstandstress in een stad met veel inwoners en weinig groen, werd het één van mijn lievelingsplekjes: de Westerbegraafplaats aan de rand van Gent. Tussen al die mensen die niets meer 'moeten'. Als vanzelf glijd ik daar in de medtitaties op mijn smartphone. Als die uitgaat, word ik blij van vogelconcerten. Nooit eerder zag ik zo veel mensen op een begraafplaats en toch was er dat heerlijk zeldzame ruimtegevoel. Ook voor kinderen lijkt het een heerlijk plekje om te spelen zonder op voorbijrijdende fietsers te moeten letten. Een vrouwtje die het veelkleurige graf van haar geliefde herschikt. Gezinnen op zoek naar hun zerkje. Ik op zoek naar mijn boom.

Na een halve maand lockdown ontdek ik dat er nog eentje die boom als lievelingsplek heeft uitgekozen. Terwijl ik in de avondzon zit, gaat hij op het bankje in de schaduw aan de andere kant van de boom zitten. Hij heeft zijn boterhamdoos mee. Ook nog brood voor zijn kraaien, zijn geliefde vogels daar. Het duurt niet lang vooraleer we aan de praat geraken. Verbaasd luister ik naar zo veel wijsheid over wijze vogels.


Een paar dagen later ontmoet ik hem weer. Zijn kraaien herkennen hem meteen aan zijn rieten hoed als hij de begraafplaats oploopt. Zoals steeds heeft hij zijn heerlijk ouderwetse broek aan, opgehouden door een paar gekruiste bretellen. Hij gaat op zijn bankje zitten. Als hij is uitgepraat tegen zichzelf en zijn boterhammendoos begint hij een praatje met mij. Ik hou ervan. De tijd die hij neemt. De wijsheid van een oudere man die nu gelukkig niet in een verzorgingstehuis zit. Hij droomt van binnenkort weer eens naar de zee te kunnen gaan.


Hij vertelt me over al die plekjes die hier te ontdekken vallen met de fiets en het openbaar vervoer als hij hoort dat ik geen auto heb. Als ik hem vertel over de camino weet hij niet wat ik bedoel. Ach ja, die weg naar Santiago de Compostella. Hij zag er ooit iets over op zijn televisie die hij onlangs ook op zijn stoep zette. Weer is er tijd. Weer is er ruimte. Geen klok in de gaten te houden voor de volgende afspraak van de dag. Geen koetjes en kalfjes, zoals ik het graag heb. We zijn heel verschillend, maar 1 ding hebben we gemeen: we houden van de stilte. Of nee, 2 dingen: we vonden de wereld voor deze crisis ook in complete waanzin baden. Terug naar dat 'normaal' hoeft niet per se.


Het boek van Griet Op de Beeck ligt voor me in het veel te droge gras. Nog even een foto nemen van de boom nu de lockdown teneinde loopt, bedenk ik me. Met de lens voor mijn ogen schrik ik op van voetstappen achter mij. De vrouw verontschuldigt zich bijna omdat ze me ziet schrikken. Ik neem een laatste foto en loop terug naar mijn plekje in het gras. 'Ben jij Kristel?' vraagt die dame die zich net op het bankje heeft geïnstalleerd. Ik schrik nog meer. Ik herken haar niet. Ooit masseerde ik haar, vertelt ze me. Pas als ze haar naam zegt, komen vage beelden weer opdagen. We praten voluit. Het vorige samen-zijn was met minder woorden. Mijn boek blijft ongeopend voor me liggen in het bruin geworden gras.


Bij haar vertrek, zie ik haar een grote rugzak opnemen. Of ze naar Santiago wil stappen, vraag ik al lachend. Nee, het zit vol materiaal voor haar moestuintje waar ze eerder naartoe ging. Op een bepaalde manier lopen we hier ook onze camino, dichtbij huis. Op ontdekking in eigen land. Voluit delen we hoe we afgelopen maanden ervaren hebben en vooral, wat we graag willen meenemen. Het is duidelijk, maar het luidop zeggen, helpt vast nog meer om het nooit meer te vergeten: nog meer vertragen en die agenda niet meer zo vol laten lopen, voel ik telkens opnieuw.


Mijn vader zei wel vaker, als ik vroeger weer eens dringend over de grens moest, dat het tijd wordt dat ik ook mijn eigen land leer kennen. Het voelt niet eens alsof ik hier zit te wachten op grenzen die weer opengaan. Daar moet ik af en toe zelf aan wennen. En nu maar hopen dat mijn vader zich daar ook geen zorgen over gaat maken :-)

148 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page