Hoe gaat dat dan? Al die tijd zonder bezoek? In ‘hun kotjes’ zitten ze al langer. Plots voel ik me zo dankbaar voor die kleine ochtendwandeling in het park naast de muren van de gevangenis. Zij kunnen niet eens uitkijken op deze bomen die in volle bloei staan.
Hoe voelt het achter hun muren nu ook bijna iedereen ‘thuis’ zit? Die vraag blijft zich herhalen door mijn hoofd. ‘k Ga het zelfs niet meer kunnen vragen aan Ward die, na tien jaar volle inzet als sociaal werker in onze ‘Nieuwe Wandeling’, vertrok. 'Dit systeem is niet meer van deze tijd', lees ik in zijn afscheidspost.
Ik zie de poort opengaan. Een politiecombi rijdt binnen. Zouden ze nu zachter met hen omgaan nu ze hun geliefden van buiten de muren nog meer moeten missen? Mijn gedachten dwalen af ... van Antwerpen naar Paraiso naar Indië en via Brugge terug naar Antwerpen.

Slechts twee keer was ik zelf op bezoek in een gevangenis.Te weinig om er ook maar enige algemene ‘conclusie’ uit te trekken. Te veel om het ooit nog te vergeten.
De allereerste keer in Antwerpen. Ik werk in een armoedeproject. Maandelijks komen we samen met een groep mensen die in diepe armoede leeft. Zij formuleren voorstellen voor ons beleid. Die worden dan op zo’n manier vertaald tot ze weer verstaanbaar of behapbaar worden voor mensen die nooit in armoede hebben gezeten. Het is een gigantische kloof die moet overbrugd worden.
Op een bepaald moment wordt een man uit die groep opgenomen in de gevangenis van Antwerpen. Hij vraagt of ik kan langskomen. Zedenfeiten. Het maakt niet uit. Hij heeft nood aan bezoek dus ik ga langs. We mogen in een apart kamertje zitten. De bewaker blijft op de gang staan. Het bezoek is kort. Ik vergeet het nooit. Ik ging bij hem op bezoek. Als mens, niet als pedofiel. Keur ik daarom goed wat hij heeft gedaan? Ab-so-luut niet.
Mijn contract in dat project loopt ten einde als ik 26 ben, bijna 26 jaar geleden. Tijd om mijn grenzen te verleggen. Zo beland ik ook in de Domenicaanse Republiek. Geen zin in een vakantie met gekleurde armbandjes op die stukjes strand waar zelfs de eilandbewoners geen toegang meer toe hebben. Via via kom ik in een grote familie terecht vlakbij de Haïtiaanse grens. Negen kinderen. Ze tonen me maar al te graag elk hoekje van hun kleine leefwereld. Eentje pakt me mee op zijn scooter langs die prachtige Caraïbische kust. Een ander dan weer op haar avondwandeling.. We ontmoeten een man die verliefd is op haar. Iedereen kent iedereen in het dorp Paraiso. 'Paradijs' is de vertaling. Er gebeuren ook vreselijke dingen in dat paradijselijk dorp. Een week later horen we dat hij, in een nachtelijke ruzie, iemand verwond heeft. Die man overlijdt aan zijn verwondingen. Ze vraagt me of ik met haar mee wil naar de gevangenis. Tuurlijk wil ik dat. Bij het binnenkomen zien we allemaal mensen rondlopen op dat plein. Gedetineerden én bezoekers kriskras door elkaar. We worden meegenomen naar een slaapzaaltje met een hele rij stapelbedden. Er wordt niet veel gepraat over wat er precies gebeurd is. Het maakt niet uit. Hij is blij met ons bezoekje. Het bezoek is kort. Ik vergeet het nooit.
We gingen bij hem op bezoek. Als mens, niet als moordenaar. Keur ik daarom goed wat hij heeft gedaan? Ab-so-luut niet.
Pas jaren later zie ik de documentaire ‘Doing Time Doing Vipassana’. ‘k Kan er naar blijven kijken. Zelfs nadat ik me de laatste keer 10 dagen vrijwillig liet 'opsluiten' in een Vipassana-centrum stromen de tranen, wellicht voor de 10-de keer, over mijn wangen bij het zien van die parel. Elk beeld spreekt voor zich. Elke zin is zinvol. Ontroerend indrukwekkend. Over tiendaagse meditatiecursussen in een Indiase gevangenis. Wat me zo raakt? Diepe vergeving, zelfreflectie, een eeuwenoude techniek die zijn werk blijft doen, laagje per laagje naar binnen gaan tot je bij die bron van Liefde komt. En ja, die ene vrouw die als startende gevangenisdirecteur een gigantisch verschil maakt in een omgeving vol repressie en vernedering. Zij durft geloven dat je het beste in een mens naar boven haalt als je hem op de best mogelijke manier als méns behandelt. Dat de buitenkant verandert als er ook een shift binnenin gebeurt. In zo’n explosieve omgeving vraagt dat experiment veel moed en veel overtuigingskracht. Zij heeft beide. Ze wil kiezen voor verbinding ipv afscheiding. Het werkt. Het recidivisme daalt. Dus ja, laat maar komen die vele kleine druppels op die ene hete plaat. Waarom zou dat geen verschil kunnen maken?
Onze gevangenissen. De vergeetputten van onze maatschappij. We doen alvast alsof we er geen last van hebben. Netjes weggestopt, netjes binnen de 4 muren, dat is veilig, zolang ze binnen zitten? Ons land telt momenteel bijna 11.000 gedetineerden De kans dat Dutroux jouw buurman of collega wordt, is vrij klein, maar wat met die 99 % die binnenkort wél vrijkomt? Is dat dan wel zo veilig als we onszelf nu graag (laten) wijs-maken?
Het is gebaseerd op een systeem van schuld en boete. De kerken zijn ondertussen leeggelopen. We hebben nood aan een ander verhaal rond moraliteit. Schuld en boete, ook dat is niet meer van deze tijd.
Hoe willen we met hen omgaan? Hoe wil ik met mezelf omgaan? Als ik mezelf behandel als waardeloos, zoals we meestal omgaan met mensen die we 'straffen', dan schiet het helemaal niet op. Als ik mezelf op mijn kop geef omdat ik iets ‘fout’ heb gedaan, dan leidt dat alleen maar tot meer hardheid. Als ik zacht ben voor mezelf, als ik mezelf oefen in mildheid, mezelf bevestig als ik iets goed doe ipv telkens weer veeleisend te zijn voor de dingen die ik nog niet goed (genoeg) doe, dan kan ik in een flow komen. Als ik mezelf krediet en vertrouwen geef, kan er een betere versie groeien van wie ik ben. Zo binnen, zo buiten. Voor mezelf. Voor mijn omgeving.
In de eerstvolgende bocht van het park dwalen mijn gedachten af naar de ontroerende getuigenis in de cirkel van verbondenheid bij La Verna een paar maanden geleden. Een ex-gedetineerde komt vertellen over zijn ervaring. Een warm pleidooi voor een warme opvang in onze maatschappij na de detentie. Hij werd veroordeeld tot 20 jaar. In Brugge, wellicht niet voor een winkeldiefstal. Het maakt niet uit. Zijn boodschap is duidelijk. Het gevoel van als mens behandeld te worden tijdens je opsluiting bepaalt mee of je al dan niet als mens weer buitenkomt. Het gevoel van opnieuw ‘welkom’ te zijn, bepaalt mee of je al dan niet terugkeert naar die cel.
De directrice van Bond Zonder Naam, Anniek, leidt zijn verhaal in met te zeggen dat het van grote moed getuigt als je open durft te spreken over iets waar je je diep over schaamt. We kunnen maar ten volle mens én samen-leving zijn als we ook moedig contact maken met onze schaduw, voegt ze er nog aan toe. En dan het sleutelwoord, vergeving, ook in zijn verhaal. Jezelf vergeven. Vergeven worden door je omgeving. Er is wellicht geen krachtiger weg naar heling. Voor jezelf. Voor je omgeving.
Ooit las ik het boek ‘Hotel Prison’. Van Jan De Cock. Vanuit zijn fascinatie voor het gevangeniswezen slaagt hij erin om zich een jaar lang te laten opsluiten in gevangenissen, wereldwijd. Hij schrijft een boek over die magische ontmoetingen met die ‘monsters’ achter de tralies. Telkens weer ziet hij de mens achter de dader. Hij ziet de pijn van waaruit zij anderen pijn deden. Ik schrijf hem spontaan een mail waarin ik ook mijn droom deel om massages aan te bieden in de gevangenis achter ‘mijn parkje’. Hij geeft me het contactadres door van een vrouw die al jaren masseert in de gevangenis van Antwerpen. ‘k Neem de trein. We ontmoeten elkaar in de bar van Berchem station. Haar conclusie is dat ik er nog niet klaar voor ben. Ik denk dat ze nog altijd gelijk heeft. Ook zij had schrik dat ik ze een voor een in huis zou nemen na hun vrijlating. En toch kan ik het nog niet schrappen van mijn lijstje met dromen.
En terwijl die laatste gedachten door mijn hoofd gaan, zie ik de politiecombi weer buitenkomen. Ja, sinds kort doe ik soms meer dan 1 rondje in het park. Gelukkig zie ik nu ook dat er een dubbele poort is. Eentje die pas opengaat als de eerste toe is. Want ja, mensen zonder begeleiding op maat weer de wereld insturen, daarvan heb ik écht schrik. Wellicht is er overmorgen geen tijd voor, maar wat zou het me verheugen als die vraag ook eens op de agenda van de Veiligheidsraad gezet wordt.
De pedofiel uit Antwerpen. De moordenaar uit Paraiso. Beiden zijn ze vrij ondertussen. Ik zit hier maar te hopen dat ze een mens-waardige begeleiding kregen.
En bij thuiskomst een cadeautje op mijn stoep: een heerlijke chocoladekoek gedropt door een vriendin. Mijn hart maakt een vreugdesprongetje. Van de bakker achter de hoek. Mensen hebben dat broodnodig, dat elkaar graag zien!
Comments